Wat er in OR-land zoal gaande is

Door mijn werk krijg ik een inkijkje in de wereld van zo’n 30 OR-en en COR-en. Bij alle vertrouwelijke zaken die uiteraard niet gedeeld kunnen worden,  kan ik wel een indruk geven van wat er in de afgelopen paar maanden zoal voorbij kwam.

1. Ondernemingsraden ontdekken vaker de waarde van elkaar goed feedback geven en elkaars kwaliteiten zien. Dat valt ook te leren. Extra mooi om dan te horen wat dat doet met de samenwerking in een team.
2. Toevallig maakte ik twee situaties mee waarin het bedrijf of een deel daarvan gaat verhuizen. Met veel impact voor medewerkers. En ook al heeft een OR ‘slechts’ adviesrecht, er kan wel degelijk veel invloed uitgeoefend worden. Mits je het spel slim speelt.
3. Bij aanvang van een nieuwe zittingstermijn moeten ook opnieuw de DB-functies verdeeld worden. In plaats van dat meteen in de eerste OR-vergadering te doen, heeft het een duidelijke meerwaarde om er in de OR-training aandacht aan te besteden. Dat leidt vaak tot meer onderbouwde keuzes.
4. Je rol als OR in een internationale organisatie invullen, blijft een forse uitdaging. Vooral als het accent meer op internationaal aangestuurde business lines komt te liggen. Dat maakt het extra belangrijk om de rol van de bestuurder goed in te vullen, en verwachtingen tussen bestuurder en OR te verhelderen.
5. Ondernemingsraden lopen vaak tegen hardnekkige problemen binnen de organisatie aan. Problemen die maar niet kleiner worden en die steeds opnieuw om aandacht vragen. Eén van de uitdagingen is dan om een laagje dieper te spitten en na te gaan wat die problemen in stand houdt, of waarom de aanpak tot nu toe niet helpt.

En dat is nog maar een stukje van het beeld. Niet vreemd dat mijn werk me nog lang niet verveelt.

Bespreking beloning van bestuurders

In januari is een wetswijziging van artikel 23 Wet op de ondernemingsraden in de Tweede Kamer aangenomen. Nog niet bekend is wanneer die van kracht zal worden.
De wetswijziging sluit aan op het informatierecht van artikel 31d over alle beloningsregelingen en over de beloningsverhoudingen tussen bestuurders en andere groepen in de onderneming. In artikel 23 zal worden opgenomen dat voor ondernemingsraden vanaf 100 medewerkers jaarlijks de informatie over beloningsregelingen en beloningsverhoudingen met de OR wordt besproken.
Bekend is dat dit onderwerp niet echt uit de verf komt en gemakkelijk in de sfeer komt van verwijten en ontwijkende opmerkingen. Toch is de bedoeling een positieve, namelijk dat de OR kan vaststellen of de beloningen van top en vloer in gelijke mate stijgen of niet. De toevoeging in artikel 23 is een extra aanmoediging aan bestuurder en OR om dit onderwerp serieus te nemen.
En vanwege gevoeligheden zou de betreffende informatie onder geheimhouding aan de OR verstrekt kunnen worden. Het gaat er namelijk om dat de OR zijn controlerende werk kan doen, en niet dat dergelijke informatie tot in alle hoeken van de onderneming én daarbuiten gaat rondzwerven.

Wil de echte bestuurder opstaan?

Geregeld kom ik vragen tegen die te maken hebben met de benoeming van een bestuurder. Dat blijft kennelijk lastig.
Zo is er soms het misverstand dat er alleen adviesrecht op grond van artikel 30 is voor de bestuurder die overleg met de OR voert. Onzin, want als er meer dan één bestuurder is, geldt dit adviesrecht voor alle bestuurders. Ook komt het voor dat het bedrijf een functionaris (bijvoorbeeld HR-directeur) wil mandateren om namens de rechtspersoon overleg te voeren en daarmee bestuurder te zijn. Het is niet verstandig daarin als OR mee te gaan omdat er niet voor niets in de definitie van artikel 1 staat dat alleen degene(n) die de hoogste zeggenschap binnen de onderneming heeft bestuurder in de zin van de wet kan zijn. Voordat je het in de gaten hebt, overleg je met een postbode die alleen boodschappen kan overbrengen maar niet bevoegd is besluiten te nemen.

En dan is er nog de situatie dat een OR ziet aankomen dat er een opvolger voor de huidige bestuurder zal moeten worden gezocht. In dat geval is het zaak om vroegtijdig in gesprek te treden (bijvoorbeeld met de raad van commissarissen of het bestuur van de moederonderneming) over de profielschets. Alleen op die manier kan de OR voorkomen dat er plotseling een kandidaat is die geheel niet beantwoordt aan de ideeën van de OR.

Tot slot: bijna nooit wordt advies gevraagd over het ontslag van een bestuurder en sommige OR-leden verbazen zich daarover. Behalve dat pensioen of de eigen beslissing om te vertrekken hiervoor een verklaring vormen, worden bestuurders soms weliswaar gedwongen te vertrekken maar met een regeling die het formeel tot een vrijwillig vertrek maakt. En dan is er juridisch dus geen sprake van ontslag.