Nee, dit is niet een veel te vroege aankondiging van de lintjesregen.
Ook is het geen lijst met namen die ik alvast onder de aandacht van Zijne Majesteit wil brengen. Nee, het gaat over de verdienste van vele naamloze OR-leden.
Algemeen belang – niet zo populair
Er zijn allerlei redenen waarom iemand zich kandidaat stelt voor een ondernemingsraad. Maar uiteindelijk komt het erop neer dat hij of zij zich wil inzetten voor het algemeen belang. Voor het belang van alle medewerkers, voor het welvaren van de onderneming.
Met een knipoog zei een OR-lid onlangs: je moet ook wel een beetje gek zijn om je zoveel op de hals te halen! En dat klopt.
Want waar veel medewerkers genoeg hebben aan hun eigen werk, aan hun ontwikkeling, aan een goede werk-privé balans, aan hun onzekerheden over hun baan – daar kiest een OR-lid ervoor om óók het algemeen belang te dienen.
Maak het jezelf gerust wat lastiger
Van veel OR-leden zie en hoor ik dat het knap lastig is om OR-werk te combineren met het dagelijkse werk. Ook al is dat niet de bedoeling – het kost vaak ook privétijd.
Maar ook kan er sprake zijn van directe tegenwerking. Bijvoorbeeld als een leidinggevende erop wordt aangesproken dat die toch meer begrip voor de directieplannen zou moeten hebben. Of iemand met een unieke functie die te horen krijgt: ik kan net je niet verbieden, maar het werk moet wel af komen.
Ook is er vaak spanning tussen de verwachtingen van de achterban en wat de OR kan en wil waarmaken. Zoals medewerkers die denken dat de OR een reorganisatieplan ‘wel even kan afronden’ terwijl de OR-leden weten hoeveel erbij komt kijken en hoe groot het belang van zorgvuldigheid is. Of medewerkers die alleen oog hebben voor hun eigen belang, terwijl de OR naar het belang van alle medewerkers moet kijken.
En de bestuurder dan?
Natuurlijk, als de zon schijnt en er is niets aan de hand, dan spreken de meeste bestuurders over het grote belang dat zij zien in een OR.
Maar wat als de OR de vinger legt op zwakke plekken in een plan? En wat als de OR met argumenten stelt dat een wijziging instemmingsplichtig is en de bestuurder zonder tegenargumenten alleen ‘nee’ zegt? Of als de OR heldere toezeggingen krijgt, maar merkt dat de bestuurder na ontvangst van het advies ineens aan selectieve geheugenstoornis lijdt?
Het makkelijkste is om dan te zeggen: zak er maar in, ik stop ermee. Maar een echt OR-lid – en daar zijn er gelukkig heel wat van – die houdt vol en blijft werken aan goed overleg met respect voor de rol van de OR.
Waardering is schaars maar niet afwezig
Gelukkig zijn er goede voorbeelden waarin een bestuurder oprechte waardering uitspreekt, ook als er soms pittige meningsverschillen zijn. En ook komt het voor dat medewerkers laten weten hoezeer zij het werk van de OR hebben gezien en gewaardeerd.
Maar het kan geen kwaad om een pleidooi te doen voor een collectief lintje voor OR-leden die een lastige en soms ondankbare taak blijven uitvoeren. Bij deze!