Maatschappelijke ontwikkelingen en de OR

Is er meer dan adviesrecht en instemmingsrecht? Ja gelukkig wel.
Sommige OR-en moeten wel veel moeite doen om naast een stroom van advies- en instemmingsaanvragen ook andere onderwerpen aandacht te geven. Daarbij gaat het om onderwerpen die al genoemd worden in het wat minder bekende artikel 28 van de Wet op de ondernemingsraden. Maar ook buiten die lijst.

Vragen en dilemma’s uit de praktijk
Ik noem vanuit de praktijk een paar onderwerpen waar OR-en zich mee bezig willen houden. “We vallen niet onder een CAO en de collectieve salarisverhoging voor iedereen blijft ver achter bij de inflatie. We vragen ons af: krijgt het senior management er in procenten hetzelfde bij als de medewerkers?”“Collega’s wijzen ons erop dat vrouwen met gelijkwaardig CV nog steeds lager betaald worden dan mannen. Wat kan de OR daaraan doen?”
“De onderneming heeft een fraai ‘sustainability plan’ gemaakt en prominent op de website geplaatst. Maar wij weten dat niet alle claims echt waargemaakt worden. Het is een beetje green washing.”
“Er komen klachten binnen over foute grappen en intimiderend gedrag van een manager. En bij de directie heeft juist deze manager veel krediet. Wat kun je dan als OR doen?”
“We zien dat het principe ‘work hard – play hard’ door veel jonge medewerkers zó wordt toegepast dat ze niet alleen doodmoe van hun werk, maar ook uitgewoond van hun privéleven raken. Is dat een kwestie van ieders eigen keuze of moet daar toch iets aan gedaan worden?”

Het begint bij vragen stellen
Als OR heb je eerst het overlegrecht dat je kunt inzetten: goed doordachte vragen, en liefst al vooruit denken wat voor reacties er kunnen komen en hoe je daarmee omgaat.
Zeker als de OR vragen vanuit de achterban krijgt, is het zaak om in je nieuwsbrief er ook melding te maken dat je die vragen hebt gesteld. Het is een tactische afweging of meteen ook de antwoorden één-op-één gaat communiceren.
Maar soms schiet je met vragen stellen te weinig op. Dan is een optie om gebruik te maken van het initiatiefrecht dat in artikel 23 staat. Je stelt een goed onderbouwd voorstel op en na overleg zal de bestuurder een beargumenteerd besluit moeten nemen. Vooral als het voorstel heel redelijk is, zal het voor de bestuurder niet zo eenvoudig zijn om argumenten te bedenken waarom het voorstel niet wordt overgenomen.

Een variant hierop is dat je als OR of via een van je commissies een aantal medewerkers vraagt om mee te denken over zo’n voorstel. Daarmee wordt het draagvlak verbreed en zien medewerkers hoe dat werkt. En ook dat het niet altijd zo makkelijk is als sommigen denken.

Practice what you preach
In de overleggen en in een voorstel kan ook gebruik gemaakt worden van wat de onderneming zelf in haar visie heeft geformuleerd, of in een beleidsplan, of in een fraaie tekst op de website. Je mag de bestuurder er natuurlijk aan herinneren dat de woorden ook in daden vertaald moeten worden: practice what you preach.
Juist omdat dit zo voor de hand liggend is, vergeten OR-en dit wel eens. Daar liggen dus kansen.
Hier hoort ook de beroemde of beruchte benchmark bij. Veel OR-en krijgen het gevoel dat ze daarmee afgescheept worden. Maar ook de OR kan nagaan: wat doen andere, vergelijkbare ondernemingen op dit gebied? En als we goed willen scoren, moeten we dan niet minstens datzelfde doen?

De juiste kanalen
Tot slot een relativering. Niet alles kan effectief door een OR aangepakt worden. En dan moet je medewerkers naar de juiste kanalen verwijzen.
Vragen over de CAO horen natuurlijk bij vakbonden thuis. Maar voorbeelden van ongewenst gedrag hebben ook een adres: de vertrouwenspersoon. Als OR moet je zorgen dat dit een werkelijk onafhankelijk en kundig persoon is en dat bekend is hoe een medewerker die kan benaderen. Ook zijn er zaken die eerder bij HR thuishoren – en als OR kun je checken of HR daarvoor voldoende aandacht heeft. En nog een voorbeeld: vragen over onveilige werksituaties zouden eerst naar de SHE-manager of de preventiemedewerker moeten en in bijzondere situaties is een melding bij de ISZW-inspectie (voorheen: Arbeidsinspectie) nodig.

Er is dus veel meer wat de aandacht van de OR verdient dan wat in de artikelen 25 en 27 staat. Buiten het adviesrecht en instemmingsrecht zal de OR naar de beste aanpak moeten zoeken om die zaken aandacht te geven. Succes daarbij.

Verder over dit thema praten? Stuur me een bericht op wigboldus@consultraining.nl
Ik maak graag een afspraak.